Bestuurdersaansprakelijkheid: wanneer is de bestuurder aansprakelijk?
Een bedrijf wordt vaak gerund vanuit een BV of NV. Soms zelfs vanuit een stichting, zoals in de zorg. Deze entiteiten noemen we rechtspersonen. Rechtspersonen worden bestuurd door een bestuurder, vaak directeur genoemd. Een bestuurder vertegenwoordigt de rechtspersoon en neemt de beslissingen. Hij gaat overeenkomsten aan, huurt personeel in, ontslaat ze weer, koopt goederen in en verkoopt die weer.
Als een bestuurder in die hoedanigheid fouten maakt, is de basisregel dat niet de bestuurder, maar uitsluitend de rechtspersoon aansprakelijk voor de schade is. Dus als een autodealer (BV) een gebrekkige auto verkoopt en die veroorzaakt schade, dan is niet de directeur zelf daarvoor aansprakelijk, maar kan de schade enkel bij de BV worden geclaimd.
Toch zijn er op dit uitgangspunt inmiddels uitzonderingen. Die zijn opgenomen in de wet, maar ook ontstaan door verschillende uitspraken van de (hoogste) rechter. Deze blog geeft in vogelvlucht aan in welke situaties een bestuurder aansprakelijk kan zijn. Er zijn vele varianten en het grijze gebied is erg groot en verandert steeds.
Onbehoorlijk bestuur
De wet zegt dat elke bestuurder tegenover de rechtspersoon is ‘gehouden tot een behoorlijke vervulling van de aan hem opgedragen taak’. Met andere woorden: de directeur moet zijn werk naar behoren doen. De rechtspraak heeft nader bepaald dat er sprake is van onbehoorlijk bestuur wanneer de bestuurder een ernstig verwijt kan worden gemaakt.
Enkele voorbeelden van onbehoorlijk bestuur zijn:
- het vermengen van privézaken met de belangen van de onderneming;
- handelen in strijd met de statutaire bepalingen van de onderneming;
- het nemen van onnodig grote financiële risico's;
- het onttrekken van gelden van de onderneming voor persoonlijke doeleinden;
- het plegen van frauduleuze handelingen;
- het plegen van strafbare feiten;
- het niet afsluiten van voor de bedrijfsvoering noodzakelijke verzekeringen;
- het niet tijdig melden van het feit dat de vennootschap haar belastingschulden niet zal kunnen betalen.
In zulke gevallen kan de rechtspersoon, dus de onderneming zelf, de bestuurder aansprakelijk stellen. En als het bedrijf failliet gaat, kan de curator dat in plaats van de onderneming doen
Aansprakelijk ten opzichte van derden
Niet alleen de onderneming, maar ook derde partijen kunnen schade lijden door onbehoorlijk bestuur. Bijvoorbeeld wanneer de directeur het bedrijf een dure auto op afbetaling laat kopen, terwijl hij weet dat de onderneming te weinig geld verdient om de termijnen te kunnen betalen.
In de rechtspraak is voor het antwoord op de vraag of een bestuurder in zo’n geval aansprakelijk is, een norm ontwikkeld die de ‘Beklamel-norm’ heet. In het kort komt het erop neer dat een bestuurder tegenover een derde aansprakelijk is wanneer hij bij het aangaan van de overeenkomst wist dat de onderneming die overeenkomst niet zou kunnen nakomen.
Ook via de ‘gewone’ onrechtmatige daad is een bestuurder door derden aansprakelijk te stellen. In het voorbeeld van de gebrekkige auto zou dat bijvoorbeeld kunnen wanneer de koper kan aantonen dat de directeur wist dat de auto gebrekkig was, en hij deze desondanks aan de koper heeft verkocht. Dat kan persoonlijk verwijtbaar aan de directeur zijn.
Tegenwoordig zien we in onze praktijk vaak dat schuldeisers van bedrijven via deze weg alsnog proberen hun geld te krijgen, wanneer het bedrijf niet betaalt. Er is dan ook veel jurisprudentie ontwikkeld.
Heb je een vordering op een bedrijf en wil je weten of je de bestuurder aansprakelijk kan stellen? Vraag ons om een analyse van jouw zaak en een inschatting van de kansen.
Bestuurdersaansprakelijkheid in het geval van een faillissement
De wet bepaalt dat wanneer de bestuurder zijn taak ‘kennelijk onbehoorlijk’ heeft vervuld, de bestuurder aansprakelijk is voor het faillissementstekort. Dat tekort bestaat uit alle schulden van het bedrijf, minus de opbrengsten die de curator heeft gegenereerd. Dat gaat dus vaak om heel veel geld.
Sinds de invoering van de Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen op 1 juli 2021, geldt deze aansprakelijkheid ook voor stichtingen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen, wanneer zij commerciële activiteiten ontplooien.
Deze vorm van aansprakelijkheid kan gelden wanneer de administratie van de rechtspersoon niet op orde is, de jaarrekening niet tijdig is gepubliceerd of er onverantwoorde investeringsbeslissingen zijn genomen. Ook in het geval van paulianeuze rechtshandelingen kan sprake zijn van kennelijk onbehoorlijk bestuur. De varianten en gevallen in de rechtspraak zijn legio.
Advies van Actio
Wil je weten wat Actio kan betekenen bij vraagstukken die betrekking hebben op ondernemingsrecht of faillissementsrecht? Neem dan contact op met ons kantoor in Hoogeveen.
Naar blogverzicht