Fout in een vonnis, wat kunt u daartegen doen?
De rechtspraak in Nederland is van een hoog niveau. Gelukkig maar, want onafhankelijke rechtspraak is van groot belang voor een democratische samenleving. Toch gaat het niet altijd goed. Rechters zijn ook maar mensen en mensen maken fouten. Het kan dus gebeuren dat er een fout in het vonnis of uitspraak van een rechter staat. Namen worden verkeerd gespeld of omgewisseld, bedragen niet goed opgeteld of de rente wordt vergeten. Als zulke fouten worden gemaakt, wat kunt u daar dan tegen doen?
In hoger beroep en in cassatie gaan
Als u het niet eens bent met de uitkomst van een zaak, kunt u in hoger beroep gaan. In civiele zaken geldt daarvoor een termijn van drie maanden. De zaak wordt dan opnieuw bekeken door het Gerechtshof. Die geeft een nieuw oordeel en een nieuwe uitspraak. De uitspraak van het Gerechtshof heet ‘arrest’. Als u het niet eens bent met de inhoud van het arrest, kan nog beroep ‘in cassatie’ ingesteld worden bij de Hoge Raad in Den Haag. De Hoge Raad is het hoogste rechtsorgaan in Nederland. In civiele zaken zijn er dus drie rondes waarin een geschil kan worden beoordeeld.
Niet eens met het vonnis
In hoger beroep en in cassatie gaan zijn vooral bedoeld voor situaties waarin een partij het inhoudelijk niet eens is met een vonnis. De rechtbank heeft de zaak juridisch bekeken en geoordeeld dat de vordering moet worden afgewezen. Maar de partij is het niet eens met die juridische beoordeling, omdat hij of zij vindt dat de wet anders uitgelegd moet worden. Door in hoger beroep te gaan, kan dan soms met aanvulling of verbetering van gronden en bewijsmiddelen, een ander oordeel gekregen worden.
Rectificatie van kennelijke fouten
Heeft de rechter in het vonnis echter duidelijke schrijffouten gemaakt, dan hoeft daarvoor niet in hoger beroep gegaan te worden. Vroeger moest dat wel, maar sinds 2002 zijn in de wet Burgerlijke Rechtsvordering twee artikelen ingevoerd (artikel 31 en 32) die bepalen dat in zo’n situatie de rechter zelf een fout in de uitspraak mag herstellen.
Artikel 31
Artikel 31 ziet op de verbetering van een ‘kennelijke rekenfout, schrijffout of andere fout die zich voor eenvoudig herstel leent’. Noemt de rechter in zijn vonnis partij Jansen per ongeluk partij Fransen, dan kan dat hersteld worden. Hetzelfde geldt voor rekenfouten. Overweegt de rechtbank in het vonnis dat de vordering van € 100.000, plus € 50.000,00 kosten wordt toegewezen, maar veroordeelt zij de andere partij tot betaling van € 130.000,00, dan is sprake van een kennelijke rekenfout.
Lastiger wordt het bij de categorie ‘andere fout die zich voor eenvoudig herstel leent’. Dat is een open categorie, en uiteraard wordt daar veel over geprocedeerd. Die uitspraken lopen erg uiteen, van processtukken die wel of niet tot de procedure horen, tot pogingen om het vonnis op juridische punten aan te passen. Het hangt sterk af van de situatie en de bereidwilligheid van de rechter om verzoeken tot rectificatie op basis van die grond toe te wijzen.
Artikel 32
Artikel 32 ziet op rectificatie van een uitspraak wanneer een rechter verzuimd heeft op een onderdeel van de vordering te beslissen. Dit gaat om gevallen waarin de rechter ‘vergeet’ een beslissing te nemen. Als partij A bijvoorbeeld honderdduizend euro vordert van Partij B, plus de rente over die hoofdsom, moet de rechter een beslissing nemen over zowel de hoofdsom als de rente. Als de rechter de hoofdsom toewijst, maar over de rente niets zegt, verzuimt de rechter dus op een onderdeel van de vordering (namelijk de rente) te beslissen.
Dit is dus anders dan de situatie waarin de rechter de rente afwijst in het vonnis. Dan is er namelijk wél een beslissing genomen, zij het negatief.
Een fout in de uitspraak kan hersteld worden
Rechters maken soms fouten in hun uitspraken. Voor sommige fouten moet u in hoger beroep of cassatie, maar duidelijke fouten zoals verschrijvingen of rekenfouten mag de rechter zelf herstellen. Ook als de rechter vergeet te beslissen, kan die dat alsnog zelf herstellen.
Naar blogverzicht