Nederlandse huurbeschermingswetgeving is niet in strijd met artikel 1 EP EVRM
De Nederlandse huurbeschermingswetgeving is niet in strijd met artikel 1 Eerste Protocol EVRM, aldus de Hoge Raad in zijn uitspraak van 26 januari 2018.
‘Eerlijke balans’ ontbreekt
Particuliere verhuurders van sociale huurwoningen hadden een zaak aangespannen tegen de Staat omdat de Nederlandse regelgeving naar hun mening te streng is; de fair balance ontbreekt, aldus de verhuurders.
Artikel 1 EP bepaalt dat iedereen recht heeft op het ongestoord genot van zijn eigendom. De verhuurders vonden echter dat zij werden gestoord in hun eigendomsrecht, omdat de Nederlandse regelgeving ertoe kan leiden dat zij geen decent profit (vertaling: fatsoenlijke winst) ontvangen of zelfs verlies lijden op de exploitatie.
Geen minimale winstgaranties
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat artikel 1 EP geen decent profit en zelfs geen minimal profit garandeert en dat de Nederlandse huurbeschermingswetgeving niet in strijd is met artikel 1 EP EVRM. De uitspraak is niet geheel verrassend, omdat de Hoge Raad eerder vergelijkbare klachten van verhuurders ongegrond heeft verklaard.
De informatie op deze blog is uitsluitend voor algemene informatiedoeleinden en vormt geen juridisch advies. Hoewel wij streven naar nauwkeurigheid, kunnen wij geen garantie bieden voor de volledigheid of juistheid van de inhoud. De informatie kan verouderd zijn, aangezien wet- en regelgeving kan veranderen.
Naar blogverzicht