Velden zijn niet correct ingevuld

Een bestuurder kan zich niet verschuilen achter een keten van rechtspersonen

De Hoge Raad heeft op 17 februari 2017 een belangrijke uitspraak gedaan over de bestuurdersaansprakelijkheid van een natuurlijk persoon achter een rechtspersoon-bestuurder.

Casus bestuursaansprakelijkheid

De casus is als volgt. Een fruitexporteur uit Zuid-Afrika levert fruit aan A B.V., die het verkoopt. De opbrengst van het fruit draagt A B.V., na aftrek van kosten en een vergoeding, af aan de fruitexporteur. Op den duur blijkt dat A B.V. fraudeert met douanerechten en te weinig afdraagt aan de fruitexporteur. De rechtbank veroordeelt A B.V. vervolgens om bijna
€ 800.000,00 schadevergoeding te betalen aan de fruitexporteur. Voordat de schadevergoeding wordt betaald gaat A B.V. failliet. De fruitexporteur spreekt vervolgens de eerste- en tweedegraadsbestuurders van A B.V. aan op grond van onrechtmatige daad.

Structuur

De structuur van A B.V. is als volgt. Holding is bestuurder van A B.V. De twee broers zijn op hun beurt tweedegraadsbestuurders van de Holding. Het voorgaande kan schematisch als volgt worden weergegeven:

Schema Bestuurder Keten van Rechtspersonen

Onrechtmatige daad en artikel 2:11 BW

Naar Nederlands recht kan een rechtspersoon, bijvoorbeeld een besloten vennootschap, bestuurder zijn van een andere rechtspersoon. Om misbruik te voorkomen heeft de wetgever in artikel 2:11 BW bepaald dat de aansprakelijkheid van de rechtspersoon kan worden doorgezet, tot men uitkomt bij een natuurlijk persoon. Een natuurlijk persoon kan zich dus niet verschuilen achter een keten van rechtspersonen. Tot voor kort was niet duidelijk of artikel 2:11 BW ook gold als een bestuurder werd aangesproken op grond van onrechtmatige daad (artikel 6:162 BW). Daar heeft de Hoge Raad met het arrest duidelijkheid over gegeven. Kern van het arrest is dat artikel 2:11 BW ook geldt als een bestuurder op grondslag van onrechtmatige daad wordt aangesproken.

Concreet

Dit betekent concreet dat als vaststaat dat de rechtspersoon-bestuurder (in de casus: Holding) aansprakelijk is voor de schade, dit automatisch ook geldt voor een natuurlijk persoon achter de rechtspersoon-bestuurder (in de casus: de broers). De bestuurder van een rechtspersoon-bestuurder kan zich wel disculperen van aansprakelijkheid door te stellen dat hem persoonlijk geen voldoende ernstig verwijt kan worden gemaakt.

Praktijk

Het arrest toont aan dat een bestuurder ook aansprakelijk kan worden gehouden voor handelingen waarop hij weinig invloed heeft. Voor een bestuurder blijft het daarom belangrijk om de taken binnen het bestuur onderling te verdelen en deze taakverdeling schriftelijk vast te leggen in een bestuursreglement. Het reglement kan namelijk een rol spelen bij de hoofdelijke aansprakelijkheid. Indien een bestuurder kan aantonen dat hij op geen enkele wijze invloed heeft gehad op de onrechtmatige handeling – bijvoorbeeld omdat hij zich volgens de taakverdeling slechts bezighoudt met het personeelsbeleid -, kan mogelijk met succes worden aangevoerd dat hem geen voldoende ernstig verwijt kan worden gemaakt.

Vragen?

Heeft u vragen op het gebied van bestuurdersaansprakelijkheid, neem dan contact op met ons kantoor in Assen of Hoogeveen.



Naar blogverzicht