Velden zijn niet correct ingevuld

Zet het op papier, al is het maar summier!

Een veel gehoord advies – van met name onze beroepsgroep – is om afspraken op papier te zetten. Als er narigheid ontstaat dan kan je ergens op terugvallen, niet? Dan kan later worden bewezen wat partijen zijn overeengekomen. Dat het ook belangrijk is de afspraken duidelijk op schrift te zetten blijkt wel als een projectontwikkelaar en een grondbezitter met elkaar in gesprek gaan over de aan- en verkoop van een stuk grond. Dat dat gesprek zou leiden tot het arrest van de Hoge Raad d.d. 22 december 2017 hadden zij op dat moment niet kunnen vermoeden.

Koopovereenkomst in steekwoorden

Tijdens het gesprek schrijft de projectontwikkelaar de gemaakte afspraken – summier en in steekwoorden – op. Zo schrijft hij op de woorden ‘overeengekomen’ en ‘aankoop grond’. Ook zet hij de kadastrale aanduidingen en oppervlaktes, de prijs en de datum van levering op het papier. Beide partijen zetten een handtekening onder de afspraken. Ze spreken af dat de overeenkomst wordt uitgewerkt in een nog uitgebreide schriftelijke koopovereenkomst, vooruitlopend op de levering van de grond.

Afdwingen van levering?

Nadat een concept koopovereenkomst is opgesteld dient zich een probleem aan. Het wordt de grondbezitter duidelijk dat hij met de verkoop van de grond het risico loopt het agrarisch karakter te verliezen van de resterende grond die hij bezit. De notaris probeert nog te bemiddelen tussen beiden, maar de grondbezitter gaat niet akkoord met een voorgestelde wijziging. Hij ziet van de verkoop af. De projectontwikkelaar laat het er niet bij zitten en stapt naar de rechter. Hij stelt dat tussen partijen een koopovereenkomst tot stand is gekomen en dwingt levering af.

De vraag die aan de orde is, is of partijen wilsovereenstemming hebben bereikt over de verkoop en levering van de grond door de grondbezitter aan de projectontwikkelaar. Daarbij speelt het handgeschreven stuk een belangrijke rol. Dat stuk is namelijk een onderhandse akte. De wet bepaalt dat een onderhandse akte dwingend bewijs oplevert van datgene wat partijen daarin hebben verklaard. Met andere woorden, de rechter is verplicht de inhoud van de akte als waar aan te nemen.

De projectontwikkelaar stelt dat het handgeschreven stuk dwingend bewijs oplevert dat partijen wilsovereenstemming hebben bereikt over de verkoop van de grond. Partijen zijn immers over de ‘aankoop grond’ een prijs ‘overeengekomen’.

Dwingende bewijskracht van onderhandse akte

De rechtbank, het gerechtshof en de Hoge Raad denken daar anders over. Nadat de rechtbank de vordering heeft afgewezen, oordeelt het gerechtshof dat in het handgeschreven stuk voor het standpunt van beide partijen argumenten te vinden zijn. Omdat het stuk zelf geen concrete, op koop en verkoop gerichte verklaring bevat, mist dat stuk dwingende bewijskracht, aldus het hof. Uit het handgeschreven stuk blijkt niet dat door de ondertekening ervan een koopovereenkomst tot stand is gekomen. De Hoge Raad kan zich in het oordeel van het hof vinden. Om te beoordelen of een onderhandse akte dwingende bewijskracht heeft, komt het aan op uitleg van die akte. De koop gaat dus niet door!

Voor de projectontwikkelaar – ervan overtuigd een koop op papier te hebben gezet – was dat natuurlijk een enorme domper. Hij zag een kans verloren gaan. Meer weten over de bewijskracht van uw onderhandse akte? Neem dan contact op met één van onze advocaten in Hoogeveen of Assen.



Naar blogverzicht